Propaan, ook bekend als R290, wordt beschouwd als een natuurlijk koudemiddel dat vooruitloopt op de strengere regelgeving binnen de Europese Unie. In reactie hierop worden veel gebruikelijke middelen uitgefaseerd. Met de opkomst van propaan worden installateurs geconfronteerd met nieuwe richtlijnen en voorschriften met betrekking tot de opstelling van de buitenunit. Deze voorschriften zijn essentieel vanwege de specifieke kenmerken van propaan als koudemiddel.

Veiligheidszone

Vanwege de brandbaarheid en het feit dat propaan zwaarder is dan lucht, moet volgens de Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR 7910-1 een veiligheidszone in acht worden genomen. In het geval van een monoblock warmtepomp is deze zone van toepassing op de buitenunit. Binnen deze veiligheidszone mogen geen gebouwopeningen aanwezig zijn, waaronder:

  • Openslaande ramen, deuren, luiken,
  • Ventilatieopeningen,
  • Afvoer- of rioolputjes, of
  • Keldertoegangen.

Veiligheidseisen koudemiddel propaan 1

Ontstekingsbronnen

Binnen de veiligheidszone mogen geen ontstekingsbronnen aanwezig zijn, zoals:

  • Vonkvormende apparatuur,
  • Elektrische schakelaars,
  • Lampen,
  • Wandcontactdozen, enzovoort.

Zorg ervoor dat zelfs de werkschakelaar van de warmtepomp buiten de aangegeven veiligheidszone wordt geplaatst.

Veiligheidseisen koudemiddel propaan 2

Aangrenzend perceel

De veiligheidszone mag niet overlappen met openbare ruimtes, gemeenschappelijke ruimtes of aangrenzende percelen. Let op: bij wandmontage geldt de veiligheidszone ook voor de volledige ruimte onder de buitenunit tot aan de grond.

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.